13 Houdingen        
Er bestaan verschillende TJQ stijlen, waarbij de dertien houdingen (de acht technieken en de vijf posities) worden gecombineerd met verschillende variaties van technieken en posities.
Hierbij zijn sommige invloeden van anderen (Shaolin en Wudang, de voornaamste "externe/exoterische" en "interne/esoterische" scholen) terug te vinden.
Meestal wordt TJQ aangeleerd via het doen van een Vorm: exact omschreven opeenvolging van lichaamshoudingen die in eerste instantie solo worden uitgevoerd "alsof men tegen een onzichtbare tegenstander vecht"
In een latere fase worden pas gevorderde technieken onderwezen.  
    
Duishou: "Duwende handen".       
Hierbijwordt de eerste serie van vier basistechnieken in partner-vorm toegepast.
De nadruk ligt op het "offensieve" gedeelte vanTJQ:
het  aftasten en uit balans brengen van de tegenspeler.
      
Dalu: "Terugtrekken"      
Ook wel bekend als "TJQ duet".
Hierbij wordt de tweede serie van vier  basistechnieken in partner-vorm toegepast.
De nadruk ligt op het "defensieve" gedeelte van TJQ:
het onderscheppen en neutraliseren van een inkomende aanval.
      
San Shou: "Sparren".       
Hierbij worden alle technieken van de Vorm toegepast bij het sparrenmet  een partner.       

Taijiquan stijlen en Vormen
Demeest bekende vorm in het Westen is de Korte Vorm (Yang-stijl) van Chen  Manqing, omdat hij als een van de eersten TJQ beschikbaar stelde voor Westerlingen.       

Een andere bekende vorm is de "Peking-stijl" , ook wel bekend als "Vereenvoudigd Taijiquan" bestaande uit 24 vereenvoudigde houdingen,in 1956in de Chinese Volksrepubliek samengesteldom TJQ beschikbaar te stellen voor de grote massa.       
Wat we niet uit het oog mogen verliezen, is hetfeit dat deze Vormen   aanpassingen (her-intrepretatieen/of vereenvoudiging) zijn van de Lange Vorm (Yang-stijl).       
De Lange Vorm is op haar beurt eenafgeleide van de Chen-stijl.

De Chen-stijl isde oudste bekende vorm van TJQ, bestaande uit (variaties  van) de dertien houdingen samen met diverse andere technieken (die waarschijnlijk zijn overgenomen van andere Shaolin en Wudang stijlen).       

We zien in de hele geschiedenisvan TJQ voortdurende aanpassingen van de traditie, waarbij er een neiging is om de "harde" aspecten (de martiale  toepassingen) weg te laten en/of te verbergen, om meer nadrukte kunnen  leggen opde "zachte" aspecten (gezondheid,revalidatie); tevens is er een   trend om de vormte vereenvoudigen.       

De Chen-stijl is een "harde"vorm van TJQ; de nadruk ligt op de martiale kant; de diverse onderdelen van de vorm worden in een wisselend tempo  (varierend tussen traag en explosief) uitgevoerd.       

De Lange Vorm van de Yang-stijl ontwikkelde zich uit de Chen-stijl,maar legt de nadruk op de "zachte" aspecten vanTJQ: gezondheid, revalidatie; de diverse onderdelenvan de vorm worden in hetzelfde trage tempo uitgevoerd;de explosieve onderdelen worden weggelaten en/of verborgenin  de vorm.       
De Korte Vorm en de "VereenvoudigdeVorm" van de Yang-stijl ontwikkelde zich uit deLange Vorm, met een toenemende nadruk op de "zachte" aspecten van TJQ; een groot aantal herhalingen van houdingen uit deLange Vorm werden in deKorte Vorm weggelaten,een aantal bewegingen werden vereenvoudigd.       

mijn visie op TJQ
      
Nadrukop het aanleren van de dertien houdingen; hierbij gebruik ik (onderdelen van) de Yang-stijl als rode draad, en gebruik ik(onderdelen van) Duishou, Dalu en San Shou omde toepassingen van de Vorm te illustreren.       
De volgende argumenten zijn van toepassing:       
De nadruk ligt dan op het ervaren van de essentie van TJQ.       
In de TJQ-traditieworden de dertien houdingen gekoppeld aan de acht   trigrammen van de Yi Jing en de vijf elementen van de Chinese Alchemie;  aangezien diverse meesters van mening verschillen over de juiste  koppeling, wordt (voor het gemak) hier de versieaangehouden die toegeschreven wordtaan de legendarischeZhang San-Feng.       
Naar mijn mening is deze versiehet beste te gebruiken als  geheugensteuntje, enis het niet bedoeld als een letterlijke verklaring  van de houdingen. (De bestaande controverse over de juiste koppeling, is  vergelijkbaar met de discussies over de plaatsingvan de taro-troeven op de Wereldboom).
       
Structuur van de 13 Houdingen       
acht technieken, gekoppeld aan de acht trigrammen van de Yi Jing, volgens de rangordening van Fuxi.       
vijf posities, gekoppeld aan de vijf elementen        

Acht technieken
1. Peng: "afweren
Eenbackhand-achtige beweging; met de rug van de gebogenarm wordt een afweer (tegen de armen) of slag gedaan (tegen de  romp).
Een expansieve, explosieve techniek (afweer en/of slag)       
Qian: "hemel":
drie yang-lijnen., extreem hard.Het Zuiden
.     
2. Lu: "terugdraaien":
meegeven metde inkomende kracht, om deze vervolgens zijwaartsachter je naar de grond te leiden.
Een   terugtrekkende,meegevende beweging (balansverstoring)       
Kun: "aarde":
drie yin-lijnen, extreem zacht. Het Noorden.       

3.Ji: "persen":
beide handen bewegen naar elkaar, waarbij een kwetsbaar lichaamsdeel vande tegenpartij wordt samengeperst. (dubbeleslag, klem).      
Kan: "water":
een yang-lijn, ingeklemdtussen twee yin-lijnen: van buiten gezien extreemzacht, maar van binnen verborgen hardheid. Het Westen.
      
4. An: "duwen":
met een of twee handen duw je tegen de armen (om een aanval te neutraliseren) of de romp (om een slag te leveren met de open  hand) van de tegenpartij. (afweer en/of slag)      
Li: "vuur":
een yin-lijn,ingeklemd tussen twee yang-lijnen: van buiten  gezien extreem hard, maar van binnen verborgen zachtheid. Het Oosten.
     
5. Cai: "grijpen"
de elleboog of pols van de tegenpartij grijpen,om deze in de gewenste richting te brengen. (balansverstoring,klemmen, breken).      
Sun: "wind":
twee yang-lijnenboven een yin-lijn: voornamelijk hard, met zachtemogelijkheden: Het Zuidwesten.       

6. Lieh: "splijten":
beide armen bewegen zich in tegengestelde richting, alsof je iets uit elkaar trekt; de bedoeling is met de ene hand een arm  van de tegenpartij te grijpen, terwijl de andere hand een slagplaatst op de romp. (slag en greep-combinatie).     
Zhen: "donder":
twee yin-lijnen boven een yang-lijn:voornamelijk zacht,  met harde mogelijkheden. HetNoordoosten.

7. Zhou: "elleboog":
de elleboog gebruiken om een stoot te leveren of om een greep te neutraliseren. (stoot of neutralisatie).      
Tui: "meer":
een yin-lijn boven twee yang-lijnen: Zachtheid verbergt grote hardheid.Het Zuidoosten.       

8. Kao: "botsen":
een onderdeel van het lichaam (schouder, rug, heup, dij, knie, borstkast, bil) gebruiken om op korte afstandde tegenpartij uit   balans te brengen.       
Gen: "berg":
een yang-lijn boven twee yin-lijnen: Hardheidverbergt grote  zachtheid: Het Noordwesten.                

Vijf posities       
1. Jin Bu:
"stap voorwaarts": wanneer de tegenpartij zich uiteen benarde  positie wil terugdraaien, blijf jehem achtervolgen en klemzetten.  
Jin: "metaal":verslaat "hout" en produceert "water".      

2. TuiBu:
"stap achterwaarts": wanneer de tegenpartij met nadruk een  aanval op je uitvoert, trek je terug om de aanval te neutraliseren.
Mu:  "hout": verslaat "aarde" en produceert "vuur".

3. Zuo Gu:
"kijk naar  links": wendt je naar delinkerflank, om een aanval en/of verdediging in die hoek uit te voeren.
Shui: "water":
verslaat"vuur" en produceert "hout".       

4. You Pan:
"kijknaar rechts": wendt je naar de rechterflank, om een aanval en/of verdediging in die hoek uit te voeren.       
Huo: "vuur":
verslaat "metaal" en produceert "aarde".       

5. Zhong Ding:
"stabiliseer het centrum": onder alle omstandighedenmoet  je balansen je zwaartepunt goed in je centrumzitten, dwz in je buik  Di: "aarde"
verslaat "water"en produceert "metaal".        

Acht poorten (ba men)
      
In de primaire rangordening der trigrammen volgensde volgorde van Fuxi, zijn de trigrammen geordendin complementaire paren tegenover elkaar,  waarbij de bovenzijde van het schema naar het zuiden is gericht.
De rangordening van Fuxi verwijst naar de relatie en interactievan de trigrammen voordat het scheppings-procesde archetypen doet indalen in de materie.       
In de feng shui (geomantie) wordt gebruik gemaakt van de rangordening van Fuxi bij de inrichting van graf-heuvels.
Bij de inrichting van gewone huizen gebruik gemaakt wordt vaneen volkomen  andere rangordening, namelijk dievan koning Wen, die verwijst naar de relatie eninteractie van de trigrammen nadat het scheppingsproces de archetypen werkzaam maakt in de materie.       

Bij het beoefenen van de Taijiquan 13 vorm wordt gebruik gemaakt van de  ordening van Fuxi:
je begint in het centrum van de cirkel methet gezicht  naar het zuiden, blijf bewust vande acht windrichtingen.
Tijdens de beoefeningvan de vorm verander je continu van richting, waardoor je alle acht richtingen doorloopt.
Elke beweging en houding van devorm is een antwoord op een actie van eenonzichtbaretegenstander vanuit één van de       achtrichtingen.        

De dans langs de acht poorten
In deze mini-vorm worden alle acht technieken uitgevoerd inde cirkel van Fu xi.       
Begin in het Zuiden-Afweer rechts,       
Noorden-Draaiterug links,       
Westen-Pers rechts,       
Oosten-Duw links,
Z uidwesten-Trek rechts,       
Noordoosten-Splijt rechts,       
Noordwesten-Elleboogstoot links,       
Zuidoosten-Schouderstoot rechts,       
sluit af in het Zuiden.  
index
Contact: hok@itcn.nl